Expatregeling aangepast: geen 30, geen 30-20-10 maar een 27%-regeling
Nederland biedt een gunstige belastingregeling voor sommige expats. De regeling geldt voor uit het buitenland aangenomen werknemers met een specifieke deskundigheid die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze expatregeling is de afgelopen jaren een paar keer aangepast. Welke wijzigingen zijn er geweest? Welk overgangsrecht geldt er nog? En welke regels gelden er nu? Onze Global Mobility experts leggen het aan je uit.
De expatregeling in een notendop
De 30%-regeling, zoals die tot eind 2023 kon worden verkregen, biedt een aantal belastingvoordelen. Als een werknemer aan de eisen van de regeling voldoet, kan de werkgever kort gezegd maximaal 30% van het fiscale loon belastingvrij uitkeren. Deze vrijstelling is bedoeld ter dekking van de zogenoemde extraterritoriale kosten zoals verhoogde kosten voor levensonderhoud en dubbele huisvestingskosten.
In plaats een ‘vast percentage’ van het loon belastingvrij uitkeren, is het (ook onder de huidige wetgeving) mogelijk om de daadwerkelijke extraterritoriale kosten belastingvrij te vergoeden. Gezien de administratieve lasten die dat met zich meebrengt wordt vaak gekozen voor de 30%-optie.
Welke voorwaarden gelden er voor de expatregeling?
Voor de expatregeling geldt een aantal voorwaarden. Zo is er een minimale salarisnorm en gelden er beperkingen met betrekking tot de minimale woonafstand, die de werknemer in de twee jaren voorafgaand aan de tewerkstelling tot Nederland had. Ook moet de regeling (op tijd) aangevraagd en verkregen worden. In sommige gevallen kan de regeling na een baanwissel ook bij de nieuwe werkgever worden toegepast, maar daarvoor gelden wel strenge regels.
Tot eind 2023: 30%-regeling zonder aftopping
Tot eind 2023 gold de 30%-regeling: het belastingvrij uit te keren loon was (met inachtneming van de salarisnormen) maximaal 30%. De maximale looptijd van die 30%-regeling is vijf jaar.
Voor 30%-beschikkingen die na 31 december 2022 voor het eerst zijn toegepast, geldt per 1 januari 2024 een ‘aftopping’: de belastingvrije vergoeding is kort gezegd afgetopt op maximaal de Balkenende-norm. Voor werknemers die in het laatste loontijdvak van 2022 de 30%-regeling hebben toegepast, geldt de aftopping pas per 1 januari 2026.
Sinds 1 januari 2024: 30-20-10 regeling
Onder politieke druk is de regeling per 2024 verder versoberd. De mogelijkheid om 30% van het fiscale loon (inclusief vergoeding) belastingvrij uit te keren, werd beperkt tot de eerste twintig maanden van de looptijd van de beschikking. Het percentage daalde naar 20% voor de tweede twintig maanden en naar 10% voor de laatste twintig maanden. Hoewel het nog steeds mogelijk bleef om de werkelijke extraterritoriale kosten te vergoeden, in plaats van het forfait toe te passen, kon toepassing van het forfait leiden tot een hogere belastinglast (bij een brutoloonafspraak) of flink toegenomen werkgeverskosten (in het geval van een nettoloonafspraak).
Er gold overgangsrecht voor deze wijziging, waardoor alle gerechtigden ‘gewoon’ het maximum van 30% konden hanteren in 2024. De eerste gevolgen van deze regeling zouden zich pas in de loop van 2025 voordoen.
Per 1 januari 2027: 27%-regeling
Maar zo ver komt het niet, want in de tussentijd is de wetgeving nog een keer aangepast. Voor beschikkingen na 31 december 2024 geldt vanaf 2027 een 27%-regeling: de belastingvrije vergoeding is (met inachtneming van de aftopping op de Balkenende-norm) maximaal 27%. De looptijd blijft ongewijzigd: maximaal vijf jaar.
Bovendien wordt de salarisnorm vanaf 2027 verhoogd: van € 46.660 (2025) naar € 50.436 (2027). Ook de verlaagde salarisnorm (voor academisch geschoolde werknemers van jonger dan dertig jaar) is toegenomen. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Er geldt overgangsrecht voor gevallen waarin de beschikking in het laatste loontijdvak van 2023 is toegepast: voor deze werknemers blijft het oude percentage van 30% ook ná 2026 gelden. Werknemers bij wie de beschikking in het laatste loontijdvak van 2024 is toegepast krijgen (op de reguliere indexatie na) niet te maken met de verhoogde salarisnormen.
Zoals bij alle overgangsrecht is er in bepaalde gevallen extra aandacht nodig. Je Baker Tilly adviseur kan je hier meer over vertellen. Op hoofdlijnen geldt dat wie in 2022 de expatregeling toepaste, en nog steeds aan de voorwaarden voldoet, ook nu nog maximaal 30% van het loon belastingvrij vergoed kan krijgen.
Partiële buitenlandse belastingplicht afgeschaft
In het verleden bood de 30%-regeling een tweede voordeel voor de werknemer: de mogelijkheid om in de aangifte inkomstenbelasting te opteren voor de partiële buitenlandse belastingplicht. Kort gezegd hield dit in dat de werknemer ervoor kon kiezen om alleen over zijn Nederlandse bronnen van inkomen inkomstenbelasting te betalen. Inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2-inkomen) was zo alleen in Nederland belast als de bron in Nederland gevestigd is. En wat betreft inkomen uit sparen en beleggen (box 3-inkomen) was in principe alleen Nederlands onroerend goed belast. Een buitenlands aanmerkelijk belang, inkomen uit binnen- en buitenlandse bankrekeningen en beleggingen en buitenlands onroerend goed behoorden niet tot de Nederlandse belastinggrondslag.
Deze mogelijkheid is per 1 januari 2025 komen te vervallen. Hoewel belastingverdragen in sommige gevallen voorkoming van dubbele belastingheffing bieden, betalen ook 27%-ers nu in principe Nederlandse inkomstenbelasting over hun wereldinkomen. Voor belastingjaren 2025 en 2026 geldt overgangsrecht voor belastingplichtigen die al vóór 1 januari 2024 gebruikmaakten van de expatregeling.
Let goed op de wijzigingen en overgangsregelingen
Het is belangrijk om de gewijzigde salarisnormen, de belastingvrije percentages en overgangsregels scherp te hebben.
Heb je vragen over de oude 30%-regeling, de nieuwe 27%-regeling, of de verschillende overgangsregelingen? Neem dan gerust contact op met je contactpersoon binnen Baker Tilly of met één van de experts van Baker Tilly Employment Advisory.
Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden u aan om met uw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.