Eindejaarstips rondom btw en overdrachtsbelasting
Voor een overzicht van alle tips uit de Eindejaarsspecial kunt u hier kijken.
Btw-tips in het kader van de Brexit
Sinds 31 januari 2020 is het Verenigd Koninkrijk geen lidstaat meer van de EU. In het kader van de Brexit zijn er een aantal btw-aandachtspunten:
Vraag tijdig Britse btw terug
Btw-ondernemers die Britse btw, die aan hen in rekening is gebracht in 2020, willen terugvragen kunnen dit nog tot 31 maart 2021 (vóór 23.00u GMT) doen via het elektronische portaal van de Belastingdienst. Vanaf deze datum en voor btw op kosten in rekening gebracht vanaf 1 januari 2021 moet u zich rechtstreeks richten tot de HMRC (de Britse fiscale autoriteiten). Het is daarom raadzaam om uw teruggaafverzoek over 2020 zo spoedig mogelijk in te dienen.
Vraag uw artikel 23-vergunning en EORI-nummer tijdig aan
Per 1 januari 2021 komt het overgangsrecht ten aanzien van de Brexit te vervallen. Dit betekent dat een btw-ondernemer bij de invoer van goederen uit het Verenigd Koninkrijk in Nederland vanaf 1 januari 2021 invoerrechten en btw is verschuldigd. U kunt een liquiditeitsvoordeel behalen door tijdig een zogenoemde ‘artikel 23-vergunning’ aan te vragen bij de Belastingdienst. Met een dergelijke vergunning hoeft u de invoer-btw niet meer op het moment van invoer te betalen, maar kunt u deze aangeven in uw reguliere btw-aangifte.
Als u goederen uit niet-EU landen invoert in Nederland heeft u een EORI-nummer nodig voor de communicatie met de Douane. Ditzelfde gaat gelden voor goederen afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk indien dat land vanuit btw- en douaneperspectief inderdaad per 1 januari 2021 zal worden beschouwd als een niet-EU land. Heeft u nog geen EORI-nummer? Vraag dit dan tijdig aan.
Bereid u tijdig voor op de nieuwe e-commerceregels
De btw-regelgeving voor de e-commercesector gaat per 1 juli 2021 drastisch veranderen. Wanneer uw onderneming actief is in de (grensoverschrijdende) handel of e-commerce, dan is de kans groot dat de nieuwe btw-regels ook voor u gevolgen hebben. Onze verwachting is dat veel ondernemers hun ERP-systemen en bedrijfsprocessen (administratie, facturering) zullen moeten aanpassen. Wij raden u aan om u goed en tijdig voor te bereiden op de nieuwe regelgeving. Meer informatie kunt hier vinden.
Btw en corona: niets over het hoofd gezien?
De coronacrisis heeft in het afgelopen jaar een enorme impact gehad op de maatschappij en het bedrijfsleven. U heeft wellicht te maken gehad met annuleringen, kortingen, leegstand, vouchers en kwijtscheldingen. De btw-gevolgen hiervan zijn zeer divers en sterk afhankelijk van de feitelijke omstandigheden. Ook zijn door de Belastingdienst maatregelen getroffen in de vorm van specifieke goedkeuringen en het verlenen van bijzonder uitstel van betaling. Wij adviseren u om te beoordelen of in dit kader wordt voldaan aan wet- en regelgeving. Neem bij twijfel contact met ons op.
Pas correcties toe in uw laatste btw-aangifte
Let goed op bij de laatste btw-aangifte van 2020! Het kan namelijk zijn dat u verplicht bent correcties toe te passen:
Corrigeer btw-aftrek op autokosten bij privégebruik auto
U kunt de btw op zakelijke autokosten (aanschaf, onderhoud en gebruik) in aftrek brengen als de auto is gebruikt voor btw-belaste activiteiten. Gebruikt u uw zakelijke auto in 2020 ook voor privédoeleinden? Dan moet u wegens privégebruik een correctie aangeven in de laatste btw-aangifte van 2020. Woon-werkverkeer wordt daarbij aangemerkt als privégebruik. Als u het werkelijke privégebruik van de zakelijke auto niet heeft bijgehouden (bijv. met een sluitende kilometeradministratie), dan kunt u een forfaitaire correctie van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) toepassen. Voor auto’s die vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt of waarbij de aanschaf-btw niet in aftrek is gebracht, geldt een afwijkend percentage van 1,5%. In de laatste btw-aangifte van het jaar dient u overigens ook eventuele correcties op te nemen voor het privégebruik van andere bedrijfsgoederen en -diensten.
Corrigeer te veel of te weinig in aftrek gebrachte btw op algemene kosten
Wanneer u zowel btw-belaste als btw-vrijgestelde prestaties verricht, is de btw op algemene kosten deels aftrekbaar op grond van de pro rata. Bij aanschaf of ingebruikname maakt u een inschatting van de mate waarin u de goederen of diensten gebruikt voor btw-belaste doeleinden. De voorlopige btw-aftrek is op deze inschatting gebaseerd.
Aan het eind van het boekjaar moet u de definitieve pro rata vaststellen op basis van de voor dat jaar geldende (omzet)gegevens. De te veel of te weinig in aftrek gebrachte btw dient te worden gecorrigeerd in de laatste btw-aangifte van het boekjaar.
Corrigeer de btw-aftrek op investeringsgoederen
De btw-aftrek op ingekochte goederen en diensten wordt in principe aan het einde van het jaar van ingebruikname definitief vastgesteld. Voor investeringsgoederen geldt na afloop van dit jaar echter een aanvullende herzieningsperiode. Voor onroerende goederen is dit negen jaar en voor roerende goederen vier jaar.
Als in het afgelopen boekjaar het gemengde gebruik van een investeringsgoed is gewijzigd ten opzichte van het gebruik in het jaar van ingebruikname, moet de aftrek van de aanschaf-btw deels worden herzien. Deze correctie dient u te verwerken in de laatste btw-aangifte van het boekjaar.
Controleer of personeel meer dan € 227 voordeel heeft ontvangen
Heeft u in 2020 btw op kosten voor personeelsverstrekkingen of relatiegeschenken in aftrek gebracht? Controleer dan of uw personeelsleden en relaties voor meer dan € 227 (exclusief btw) per individu zijn bevoordeeld. Indien dit het geval is, bent u namelijk verplicht om een BUA-correctie te maken (BUA: Besluit Uitsluiting Aftrek omzetbelasting). Dit doet u door de eerder in aftrek gebrachte btw te corrigeren in de laatste btw-aangifte van 2020. Indien u eten en drinken verstrekt aan uw personeel of wanneer uw werknemers gebruik maken van een fiets van de zaak, gelden er andere regels. Wij helpen u graag bij de controle voor de BUA-correctie.
Meld verbreking of wijziging van fiscale eenheid btw
Btw-ondernemers in een fiscale eenheid btw zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle btw-schulden van de fiscale eenheid. Wij raden u aan om de inspecteur schriftelijk te informeren wanneer niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor de fiscale eenheid. De hoofdelijke aansprakelijkheid blijft namelijk voortbestaan totdat de inspecteur op de hoogte is gesteld van de verbreking of wijziging van de fiscale eenheid.
Reik uw 90%-verklaring uit vóór 28 januari 2021
Heeft u in 2019 een onroerende zaak gekocht en samen met de verkoper geopteerd voor een btw-belaste levering? Dan moet u binnen vier weken na afloop van het boekjaar volgend op het boekjaar van de levering (dus vóór 28 januari 2021) een 90%-verklaring uitreiken aan de verkoper en de Belastingdienst. Hierin geeft u aan of u de onroerende zaak in het jaar van levering en het daaropvolgende jaar voor tenminste 90% heeft gebruikt voor btw-belaste prestaties. Indien niet aan dit criterium wordt voldaan, dan vervalt de optie met terugwerkende kracht.
Het 90%-criterium is ook van belang wanneer u een onroerende zaak huurt met gebruikmaking van de optie voor btw-belaste verhuur. Aan het eind van elk boekjaar moet u nagaan of aan het 90%-criterium is voldaan. Wanneer dit niet het geval is, dan moet u dit als huurder binnen vier weken na afloop van het boekjaar (dus vóór 28 januari 2021) melden bij de verhuurder en uw inspecteur. Dit kan gevolgen hebben voor de eerder in aftrek gebrachte btw.
Dien correcties zo snel mogelijk in
Het is raadzaam om regelmatig na te gaan of de door u ingediende btw-aangiften overeenkomen met de gegevens uit uw financiële administratie. Controleer daarbij ook of er nog openstaande btw-schulden op de balans staan. Als u constateert dat u in 2020 of in de vijf daaraan voorafgaande jaren te weinig btw hebt afgedragen of te veel btw hebt teruggevraagd, dan dient u direct een correctie (‘suppletie’) in te dienen.
Een correctie van maximaal € 1.000 mag u onder voorwaarden in de reguliere btw-aangifte verwerken. Ook wanneer u te veel btw heeft afgedragen (of te weinig hebt teruggevraagd), raden wij u aan om zo snel mogelijk te suppleren.
Vraag btw terug als uw debiteur niet betaalt
Als een afnemer uw factuur niet (geheel) betaalt, dan kunt u de reeds voldane btw (deels) terugvorderen van de Belastingdienst. Dit moet u uiterlijk één jaar na het opeisbaar worden van de betreffende vordering doen.
Het bedrag van de teruggaaf mag u verwerken in uw periodieke btw-aangifte. Een afzonderlijk verzoek bij de inspecteur is niet noodzakelijk. Let er wel op dat u de btw in het juiste tijdvak terugvraagt. Wordt een oninbaar gebleken vordering op een later tijdstip alsnog door de debiteur voldaan, dan moet u de reeds teruggevraagde btw weer voldoen aan de Belastingdienst.
Meld u tijdig aan voor de OVOB/KOR
Is uw omzet in Nederland in een kalenderjaar niet hoger dan € 20.000? Dan kunt u onder bepaalde voorwaarden gebruik maken van de btw-vrijstelling voor kleine ondernemers (de ‘OVOB’ of ‘KOR’). In dat geval hoeft u geen btw in rekening te brengen aan uw afnemers, maar geniet u ook geen recht op aftrek van btw over kosten.
Wanneer u kiest voor de OVOB, dan moet u zich aanmelden bij de Belastingdienst. Dit doet u uiterlijk vier weken voor de ingangsdatum van het aangiftetijdvak waarin u de OVOB wilt toepassen. Als u voor deze regeling kiest, bent u daar voor minstens drie jaar aan gebonden, tenzij uw omzet boven de € 20.000 uitkomt.
Optimaliseer uw btw-aangiftetermijnen
De standaard aangifteperiode voor de btw is per kwartaal. Als u ieder tijdvak per saldo recht heeft op een teruggaaf van btw, dan kunt u de inspecteur verzoeken om de btw-aangifte per maand in te dienen. In dat geval ontvangt u de btw eerder terug. Indien u ieder tijdvak per saldo btw moet afdragen, dan is het raadzaam om aangifte per kwartaal te (blijven) doen.
Blijf scherp op de administratieve bewaartermijnen
Als btw-ondernemer dient u uw administratie minimaal zeven jaar te bewaren. Dit geldt voor alle boeken, bescheiden en gegevensdragers die voor de btw-heffing van belang zijn, zoals kopie facturen, kopie transportdocumenten, etc. Denk eraan dat voor gegevens met betrekking tot onroerende zaken een bewaartermijn van tien jaar geldt.
Vraag alvast buitenlandse btw terug
Aftrekgerechtigde btw-ondernemers die in 2020 facturen hebben ontvangen met buitenlandse btw van een andere EU-lidstaat, kunnen deze btw onder voorwaarden terugvragen via het elektronische portaal van de Belastingdienst. Dit moet uiterlijk worden gedaan vóór 1 oktober 2021. U kunt de teruggaaf bespoedigen door het verzoek eerder in te dienen. Zorg dat u voldoet aan de voorwaarden van een dergelijk verzoek.
Meld u tijdig aan voor de MOSS
Wanneer u digitale diensten verleent aan particuliere afnemers in andere EU-lidstaten, bent u mogelijk in die landen btw verschuldigd. Onder voorwaarden kunt u echter gebruik maken van de zogenoemde Mini-One-Stop-Shop-regeling (de ‘MOSS’). Via de MOSS-aangifte kunt u de verschuldigde buitenlandse btw in andere EU-landen aan de Nederlandse Belastingdienst voldoen, zodat buitenlandse btw-registraties en aangiftes niet nodig zijn. De toepassing van de MOSS is aan termijnen gebonden en kent een zeer beperkte terugwerkende kracht, dus wees er tijdig bij!
Voorkom buitenlandse btw-verplichtingen met de regeling voor call-off voorraden
Op grond van de regeling ‘call-off voorraden’ wordt de grensoverschrijdende overbrenging van goederen binnen de EU niet als een fictieve intracommunautaire transactie beschouwd. Pas op het moment dat de afnemer de goederen uit de voorraad haalt, verricht de leverancier een intracommunautaire levering. Indien u als leverancier aan de gestelde voorwaarden voldoet, kunt u met gebruikmaking van de regeling een buitenlandse btw-registratie- en aangifteplicht voorkomen. Als u grensoverschrijdend handelt, is het raadzaam na te gaan of de regeling call-off voorraden ook voor u voordelen oplevert. Meer informatie kunt u hier vinden.
Bespaar overdrachtsbelasting met overdracht in 2020
Het kabinet heeft voorgesteld om het reguliere overdrachtsbelastingtarief met ingang van 1 januari 2021 te verhogen van 6% naar 8%. Het nieuwe tarief geldt vanaf die datum niet alleen voor de aankoop van niet-woningen (bijv. bedrijfspanden), maar ook voor woningen die niet of slechts tijdelijk als hoofdverblijf dienen. Dit houdt onder meer in dat de verkrijging van beleggingswoningen en woningen door rechtspersonen niet langer onderworpen zal zijn aan het 2%-tarief. Ook komt er een vrijstelling van overdrachtsbelasting voor de verkrijging van woningen door jonge starters. Hierbij gelden verschillende voorwaarden. Zo komt er een leeftijdsgrens en mag met ingang van 1 april 2021 de waarde van de woning hooguit € 400.000 bedragen.
Indien het nieuwe 8%-tarief ook voor uw situatie gaat gelden, dan is het raadzaam om de verkrijging van de betreffende onroerende zaak nog vóór 2021 te voltooien. Voor jonge starters kan het juist voordelig zijn om hun verkrijging uit te stellen.
Let op!
Wooncoöperaties kunnen ook na 1 januari 2021 onder voorwaarden woningen verkrijgen tegen 2% overdrachtsbelasting.
Extra tip:
Meer wijzigingen in de overdrachtsbelasting leest u in het onderdeel Eigen woning.
Vragen? Neem contact met ons op!
Wilt u weten wat de Eindejaarstips specifiek voor uw situatie betekenen? Of heeft u andere vragen over de tips? Neem dan contact op met uw belastingadviseur bij Baker Tilly of bel naar een van onze vestigingen bij u in de buurt.
Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.