Skip to content

Box 3 en werkelijk rendement: wie heeft recht op een teruggaaf?

Gepubliceerd op: 29 oktober 2024
Type publicatie Kennisartikel

Box 3 en werkelijk rendement: wie heeft recht op een teruggaaf?

Recent is er veel veranderd in de belastingheffing van box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). Sommige belastingplichtigen kunnen belasting terugvragen. In dit artikel lichten onze belastingexperts toe wie er in aanmerking komt voor een teruggaaf en welke stappen nodig zijn. Ook kijken we naar de toekomst.

Oude systeem afgekeurd: soms te veel belasting betaald

De inkomstenbelasting kent sinds 2001 een heffing op sparen en beleggen: box 3. Lange tijd werd er gerekend met een zogenoemd forfaitair rendement. Hierbij ging men uit van een vast rendement op het saldo van de bezittingen en schulden van de belastingplichtige. Over dit rendement werd belasting geheven. Voor bepaalde bezittingen golden uitzonderingen of vrijstellingen, en soms moest een andere waarderingstechniek worden toegepast, maar in de basis was het systeem lange tijd een ‘simpele’ rekensom.

Maar mede door marktontwikkelingen en lagere spaarrentes begon het forfaitaire rendement steeds vaker hoger uit te vallen dan het werkelijke rendement. Sterker nog, in sommige gevallen betaalden mensen in box 3 zelfs meer belasting dan hun werkelijke rendement.

Dit leidde tot een reeks rechtszaken waarin de belastingheffing in box 3 op meerdere gronden werd aangevochten. Uiteindelijk oordeelde de Hoge Raad in 2021, tegen de verwachtingen in, dat de ‘oude’ heffingssystematiek in strijd was met Europees recht. Als reactie introduceerde de staatssecretaris introduceerde nieuwe overbruggingswetgeving, die sinds het belastingjaar 2023 geldt. Bovendien werd een systeem van rechtsherstel ingevoerd voor de jaren 2017-2022. Ook deze maatregelen voldeden echter niet aan de gestelde eisen.

Nieuwe box 3-systeem laat op zich wachten

De overbruggingswetgeving, die verschillende forfaitaire rendementen hanteert voor verschillende soorten bezittingen en schulden, was oorspronkelijk bedoeld als tijdelijke oplossing. Vanaf 2025 zou een geheel nieuw systeem gaan gelden. Maar onder andere door de complexiteit van het dossier, de vereiste ICT-aanpassingen en een personeelstekort bij de Belastingdienst, is dit nieuwe systeem meerdere malen uitgesteld. De staatsecretaris gaf onlangs aan niet te verwachten dat het systeem voor 2028 rond is.

Tot die tijd geldt een tweeledig systeem:

1)    De ‘forfaitaire spaarvariant’: hierbij wordt het belastbare inkomen in box 3 berekend op basis van een forfaitair rendement.  Het percentage van dit rendement wordt sinds 2023 jaarlijks vastgesteld voor een aantal verschillende vermogenscategorieën.

2)    Aanvullend rechtsherstel:  als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement, dan moet de box 3-heffing volgens de Hoge Raad worden gebaseerd op het werkelijke rendement.

Wanneer kan ik belasting terugkrijgen?

Als uw werkelijke box 3-rendement lager was dan het forfaitaire rendement, kunt u dus het lagere bedrag aanhouden. Heeft u de belastingaanslag al betaald? Dan ontvangt u het verschil terug.  U moet wel zelf berekenen en aantonen dat het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Eigenlijk is dit dus een soort ‘tegenbewijsregeling’.

De Belastingdienst biedt vanaf medio 2025 het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) aan. Hiermee kunt u het werkelijke rendement opgeven voor ‘nieuwe’ aangiften inkomstenbelasting. Als u dit niet doet, blijft de box 3-belasting gebaseerd op de forfaitaire spaarvariant.

Is uw box 3-belasting al vastgesteld in een definitieve aanslag, maar is uw werkelijk rendement lager dan dit bedrag? Als de bezwaartermijn nog niet is verlopen, kunt u bezwaar maken tegen de aanslag. Is de definitieve aanslag meer dan 6 weken geleden vastgesteld en heeft u geen bezwaar aangetekend, dan kunt u in sommige gevallen verzoeken om een zogenoemde ambtshalve vermindering van de aanslag. In beide gevallen moet u onder de tegenbewijsregeling aantonen dat uw werkelijk rendement lager is dan het forfaitair rendement.

Let op: de tegenbewijsregeling gaat om het geheel van uw box 3-vermogen, niet om individuele vermogensbestanddelen.

Wie kan er in bezwaar tegen de box 3-heffing?

Of u gebruik kunt maken van de tegenbewijsregeling hangt af van een aantal omstandigheden. Uw adviseur vertelt u er graag meer over. Alle belastingplichtigen kunnen de tegenbewijsregeling gebruiken voor belastingjaren 2021 tot nu  (in de belastingaangifte, via bezwaar of via een ambtshalve vermindering).

Voor de voorgaande jaren geldt in een notendop het volgende:
Belastingjaren 2017 en 2018: de tegenbewijsregeling is alleen van toepassing als de definitieve aanslag meeliep in het massaal bezwaar of pas ná 21 december 2021 is ontvangen. U moet bovendien tijdig een verzoek om ambtshalve vermindering hebben ingediend. Voor belastingjaar 2017 was de deadline eind 2022; voor 2018 was dat eind 2023.

Belastingjaren 2019 en 2020: de tegenbewijsregeling is alleen van toepassing als de aanslag op 21 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond (tegenbewijsregeling via ambtshalve vermindering).

Let op: een verzoek om ambtshalve vermindering voor 2019 moet vóór het einde van 2024 zijn ingediend. De deadline voor een verzoek over het belastingjaar 2020 is eind 2025.

Wanneer is het de moeite waard om de tegenbewijsregeling te gebruiken?

Houdt er rekening mee dat het de nodige tijd en moeite kost om het werkelijke rendement op de juiste manier te berekenen en te onderbouwen. U moet in principe het werkelijke rendement voor uw volledige box 3-vermogen berekenen op basis van alle relevante feiten. U kunt bijvoorbeeld niet alleen voor uw vastgoed het werkelijk rendement berekenen en voor uw aandelen niet. Dit vereist de nodige documentatie en het kan vooral voor voorgaande jaren veel tijd kosten om dit achteraf nauwkeurig te reconstrueren.

Bovendien moet u voor een aantal vermogensbestanddelen specifieke waarderingsregels gebruiken en ook ongerealiseerde waardemutaties meerekenen.

Tot slot raden wij aan om méér informatie en documentatie over uw box 3-positie te bewaren dan voorheen noodzakelijk was, als u denkt dat de tegenbewijsregeling voordeliger voor u is. Overleg met uw adviseur of dit in uw specifieke geval noodzakelijk en wenselijk is.

Wanneer is het de moeite om belastinggeld terug te vragen?

Heeft u box 3-belasting betaald op basis van de forfaitaire spaarvariant, maar kunt u aantonen dat het werkelijke rendement tot een lagere belastingheffing leidt? En gaat het om een belastingjaar waarvoor u nog bezwaar kunt aantekenen of om ambtshalve vermindering kunt verzoeken? Bespreek dan met uw adviseur of het de moeite waard is om het werkelijke rendement te berekenen. Dit hangt bijvoorbeeld af van de daadwerkelijk in dat jaar betaalde box 3-belasting, de beschikbare onderbouwende administratie, en de verhouding tussen het terug te vragen belastingbedrag en de kosten voor advies en bezwaar.

Wilt u meer weten? Neem dan contact met ons op. Onze belastingadviseurs helpen u graag.

 Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden u aan om met uw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief