Skip to content
Gepubliceerd op: 04 juli 2024
Type publicatie Kennisartikel
Gerelateerde onderwerpen

Heeft u te maken met verpandingsverboden? Dan is het goed om te weten dat de Tweede Kamer op 11 juni 2024 het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’ heeft aangenomen. Dit wetsvoorstel maakt een einde aan het contractueel uitsluiten van de mogelijkheid om beroepsmatig verkregen geldvorderingen over te dragen of te verpanden. De verwachting is dat (met name) het MKB hierdoor een extra financieringsruimte van circa € 1 miljard krijgt, omdat zij hun vorderingen op debiteuren kunnen cederen (overdragen) aan factormaatschappijen of in onderpand kunnen geven aan financiers, zoals banken.

Vorderingen zijn overdraagbaar, tenzij…

Op grond van artikel 3:83 lid 2 BW kan de overdraagbaarheid van vorderingsrechten door een beding tussen de schuldeiser en de schuldenaar worden uitgesloten. Eenzelfde bepaling is voor verpanding van vorderingen neergelegd in de schakelbepaling van artikel 3:98 BW. Het is geen uitzondering dat in een overeenkomst of de bijbehorende algemene voorwaarden wordt opgenomen dat het verpanden of overdragen van vorderingen is uitgesloten. Dergelijke bepalingen zorgen ervoor dat bedrijven niet worden geconfronteerd met onbekende schuldeisers of pandhouders.

Een nadeel van zo’n onoverdraagbaarheidsclausule of verpandingsverbod is dat uitstaande vorderingen niet meer aan een financier kunnen worden verpand of overgedragen, waardoor een financier minder zekerheid kan verkrijgen, wat hem er van kan weerhouden om een (hoger) krediet te verstrekken. Dit is een onwenselijk effect en nadelig voor het Nederlandse bedrijfsleven, aldus een grote meerderheid in de Tweede Kamer. Daarbij komt dat in omringende landen (Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk) de werking van contractuele onoverdraagbaarheidsbedingen en verpandingsverboden al wel is beperkt of afgeschaft.

Het nieuwe artikel 3:83 lid 2 BW

Het wetsvoorstel houdt (onder andere) een wijziging in van artikel 3:83 lid 2 BW. Dat artikel komt als volgt te luiden:

De overdraagbaarheid van vorderingsrechten kan ook door een beding tussen schuldeiser en schuldenaar worden uitgesloten, tenzij het een geldvordering op naam betreft, anders dan een vordering uit hoofde van een betaal- of spaarrekening, die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf en wordt overgedragen voor financieringsdoeleinden. Elk hiermee strijdig beding is nietig.”

Niet iedere onoverdraagbaarheidsclausule of verpandingsverbod is straks nietig; de nietigheid treft alleen:

  • geldvorderingen op naam,

  • voortkomend uit de uitoefening van een beroep of bedrijf,

  • die worden overgedragen voor financieringsdoeleinden.

Het contractueel beding dat de verpanding of overdracht van de vordering verbiedt of uitsluit, is op grond van de nieuwe wetgeving nietig. Als een schuldeiser dan, in strijd met zo’n contractueel beding, toch zijn vordering overdraagt of verpand dan is die overdracht of verpanding rechtsgeldig (want het beding op grond waarvan het niet mocht is nietig).

Het bezwaar dat bedrijven worden geconfronteerd met onbekende schuldeisers of pandhouders wordt getackeld doordat in het wetsvoorstel de verplichting voor de schuldeiser is opgenomen om de overdracht of verpanding schriftelijk mede te delen aan de schuldenaar. Dit schriftelijkheidsvereiste bestond voorheen nog niet.

Hoe nu verder?

Na invoering van de wet  geldt  deze ook voor de overdracht van geldvorderingen of de vestiging van pandrechten daarop, die zijn gelegen vóór de inwerkingtreding van de wet, in het geval het een geldvordering betreft die pas daarná ontstaat. Deze toevoeging is noodzakelijk omdat onder bepaalde voorwaarden ook toekomstige vorderingen kunnen worden overgedragen dan wel kunnen worden verpand.

Het wetsvoorstel wordt nu schriftelijk voorbereid voor behandeling in de Eerste Kamer; deze staat gepland op 2 juli 2024. Zodra er meer bekend is over de definitieve invoering van de Wet opheffing verpandingsverboden, brengen wij u op de hoogte.    

Contact

Heeft u vragen over het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’? Of wilt u juridisch advies over een ander vraagstuk? Onze experts staan u graag te woord!

Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden u aan om met uw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief