Skip to content
Foto van wereldbol

Voorstel Europese richtlijn voor aanpakken van shell entiteiten

Gepubliceerd op: 28 februari 2022
Type publicatie Kennisartikel
Op 22 december 2021 bracht de Europese Commissie een voorstel voor een richtlijn uit ter bestrijding van het gebruik van lege entiteiten in belastingplanning. De voorgestelde richtlijn wordt ook wel aangehaald als ATAD3. Het voorstel moet begin 2022 door de Europese Raad worden aangenomen en uiterlijk op 30 juni 2023 door de EU-lidstaten zijn geïmplementeerd.

Doel van het voorstel

Het belangrijkste doel van het voorstel is het bestrijden van oneigenlijk gebruik van zogenaamde ‘lege entiteiten zonder economische activiteiten’, oftewel ’shell entiteiten’). Deze worden in het voorstel beschreven als ondernemingen zonder minimale substance. Volgens de Europese Commissie kunnen ondernemingen zonder minimale substance worden gebruikt voor oneigenlijke doeleinden, zoals belastingontwijking. De richtlijn ontzegt shell entiteiten bepaalde belastingvoordelen uit richtlijnen en belastingverdragen.

Toegangspoorten

Het voorstel bevat een lijst met drie zogenaamde ‘toegangspoorten’ aan de hand waarvan ondernemingen worden geïdentificeerd die geen of weinig substance hebben. Kort weergegeven gaat het om de volgende toegangspoorten:

  • Meer dan 75% van de totale inkomsten van de onderneming in de voorgaande twee belastingjaren zijn passieve inkomsten (inkomsten uit passieve beleggingen, zoals rente, royalty's en dividenden, maar ook inkomsten uit financiële activa, verzekeringen, bank- en financiële activiteiten, onroerend goed en roerende goederen met een boekwaarde van meer dan EUR 1 miljoen). Aan deze inkomenseis wordt geacht te zijn voldaan indien de boekwaarde van bepaalde activa (roerend goed met een boekwaarde van meer dan EUR 1 miljoen of onroerend goed) hoger is dan 75% van de totale activa van de onderneming;

  • Ten minste 60% van het inkomen van de onderneming is verdiend of uitbetaald via grensoverschrijdende transacties, of meer dan 60% van de boekwaarde van onroerend goed of roerend goed met een boekwaarde van meer dan EUR 1 miljoen bevond zich gedurende de voorgaande twee belastingjaren buiten de lidstaat waar de onderneming is gevestigd;

  • De administratie van de dagelijkse gang van zaken en de besluitvorming over significante functies is in de voorgaande twee belastingjaren uitbesteed.

Ondernemingen die voldoen aan alle toegangspoorten en geen uitzonderingspositie hebben, moeten bij het indienen van de jaarlijkse aangifte voldoen aan voorgeschreven documentatievereisten. Er zijn specifieke uitzonderingen opgenomen voor bepaalde categorieën ondernemingen. Ondernemingen die onder deze categorieën vallen hoeven niet aan de documentatievereisten te voldoen, ondanks dat ze voldoen aan de toegangspoorten. Hierbij gaat het onder andere om gereguleerde financiële ondernemingen en entiteiten met houdsteractiviteiten die in hetzelfde land inwoner zijn als de achterliggende aandeelhouders.

Documentatievereisten

Aan de hand van de verplichte documentatie moet de belastingplichtige verklaren dat de betreffende onderneming in elk geval over minimale substance beschikt. De documentatie moet informatie bevatten over de volgende indicatoren voor minimale substance:

  • De onderneming heeft een eigen ruimte of een ruimte voor haar exclusief gebruik in de betreffende lidstaat en;

  • de onderneming heeft ten minste één actief bankrekeningnummer in een EU-lidstaat en;

  • (i) ten minste één bestuurder van de onderneming is fiscaal inwoner van de EU-lidstaat waar de onderneming fiscaal inwoner is, of bevindt zich op niet grotere afstand dan nodig is om haar taken te vervullen. De bestuurder is gemachtigd om de onderneming te vertegenwoordigen en oefent regelmatig deze bevoegdheid uit en is geen werknemer of bestuurder bij een andere onderneming welke geen gelieerde onderneming is of;

    (ii) de meerderheid van de werknemers van de onderneming is fiscaal inwoner van de EU-lidstaat waar de onderneming fiscaal inwoner is, of woont niet verder weg dan nodig is om hun taken te vervullen.

Daarnaast moet er gedocumenteerd bewijs worden aangeleverd over omzet, bedrijfsuitgaven en het type activiteiten dat het inkomen genereert.

Gevolgen

Entiteiten die niet voldoen aan alle substance vereisten, worden beschouwd als shell entiteiten. Deze shell entiteiten worden bepaalde belastingvoordelen ontzegd die anders beschikbaar zouden zijn op basis van verdragen ter voorkoming van dubbele belasting en EU-richtlijnen. Verder vallen de gegevens uit de documentatie onder de automatische uitwisseling van informatie tussen EU-lidstaten.

Boete

Voldoen ondernemingen niet aan de documentatieverplichtingen of doen ze een foutieve opgave van de minimum substance, dan kan er een boete worden opgelegd van ten minste 5% van de omzet van de entiteit.

Wat kunnen wij voor u betekenen?

Hoewel het voorstel nog aangenomen en geïmplementeerd moet worden, is het plan dat de voorgestelde maatregelen binnen afzienbare tijd in werking zullen treden. Aangezien de toegangspoorten terugkijken naar de situatie van de afgelopen jaren, adviseren wij om tijdig te inventariseren of dit voorstel impact op uw onderneming heeft. Hierbij is het van belang dat de substance van in de EU gevestigde entiteiten nader wordt beoordeeld. Wij kunnen u uiteraard assisteren bij een dergelijke beoordeling en de gevolgen van de toekomstige ATAD 3 wetgeving voor u in kaart brengen.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief