Skip to content
Foto van Den Haag

Voorjaarsnota 2023: vooral BOR en vastgoed, maar ook andere plannen!

De Minister van Financiën geeft elk voorjaar een uitgebreide vooruitblik op de begrotingsplannen voor de komende jaren. In deze nota wordt ook beschreven welke wijzigingen ons op het gebied van belastingen te wachten staan. De Voorjaarsnota is op vrijdag 28 april aan de Tweede Kamer aangeboden en hoewel de plannen nog niet definitief zijn, bieden ze inzicht in de veranderingen die we de komende tijd mogelijk kunnen verwachten. Wij zetten de hoofdpunten voor u op een rij.

UPDATE 15 april 2024

Op deze pagina leest u over de Voorjaarsnota 2023. Inmiddels in ook de Voorjaarsnota 2024 gepubliceerd: lees hier meer over de nieuwe voorstellen.

UPDATE: Het demissionair kabinet heeft op 19 september 2023 de nieuwe maatregelen en wetsvoorstellen gepresenteerd. Lees meer over het Belastingplan 2024 in onze Prinsjesdagspecial.

Bedrijfsopvolgingsregeling

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) biedt een aantal faciliteiten bij de overdracht van een onderneming aan de volgende generatie. Zo gelden bepaalde vrijstellingen voor de schenk- en erfbelasting en kan in de inkomstenbelastingsfeer een doorschuifregeling (DSR) worden toegepast. Daarnaast kan onder voorwaarden betalingsuitstel worden verkregen. Bij de berekening van de faciliteiten wordt een onderscheid gemaakt tussen ondernemingsvermogen (dienstbaar aan de onderneming) en beleggingsvermogen (in beginsel niet dienstbaar aan de onderneming). De geboden faciliteiten zien voornamelijk op het ondernemingsvermogen: het doel van de faciliteiten is ervoor te zorgen dat de continuïteit van de onderneming niet als gevolg van de (onmiddellijke) belastingheffing in gevaar komt.

Het onderscheid tussen ondernemingsvermogen en beleggingsvermogen staat al langere tijd ter discussie. Er is veel over geprocedeerd, met name op het vlak van de kwalificatie van vastgoed. In het kader van bredere wijzigingen van de BOR is aangekondigd dat er wetgeving zal worden geïntroduceerd die ertoe leidt dat verhuurd vastgoed vanaf 2024 standaard wordt aangemerkt als beleggingsvastgoed.

Daarnaast is nog een aantal andere knelpunten van de BOR gesignaleerd. Naar verwachting zullen eventuele wetswijzigingen per 2025 ingaan.  In de Voorjaarsnota komen in elk geval de volgende aandachtspunten aan bod:

  • verlaging vrijstellingspercentage naar 70% (was 83%) van de goingconcernwaarde boven € 1,5 miljoen (was € 1,2 miljoen);

  • afschaffen doelmatigheidsmarge van 5%;

  • beperking keuzevermogen: bedrijfsmiddelen die gemengd worden gebruikt, kwalificeren slechts voor de BOR/DSR voor zover zij daadwerkelijk binnen de onderneming worden gebruikt;

  • toegang tot de BOR/DSR beperken tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5%, in plaats van elk aanmerkelijk belang. Hierbij zal naar verwachting overgangsrecht gelden voor bepaalde aandelen die met het oog op een gefaseerde bedrijfsopvolging zijn uitgegeven.

  • versoepeling van de bezits- en voortzettingseis; en

  • nadere aandacht voor de aanpak van oneigenlijk gebruik van de BOR.

 

De Tweede Kamer wordt eind juni nader geïnformeerd over de concrete uitwerking van deze plannen. Lees hier meer over de acht belangrijkste wijzigingen.

Vastgoedtransacties: mogelijke wijziging vastgoedregels

In februari heeft een internetconsultatie plaatsgevonden over een mogelijke wijziging van de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting bij aandelentransacties. Als het consultatiewetsvoorstel in haar huidige vorm wordt aangenomen, kan de samenloopvrijstelling kortgezegd niet meer worden toegepast bij verkrijging van ten minste 33,33% van de aandelen en is daarom 10,4% overdrachtsbelasting verschuldigd. Lees hier meer over de voorgestelde wijziging.

Daarnaast is aangekondigd dat er mogelijk een wijziging van de herzieningsregels bij (kortdurende) verhuur van vastgoed komt. In veel gevallen is de verhuur van vastgoed vrijgesteld van btw, waardoor ook de btw op verbouwingskosten niet in aftrek komt. Het is in bepaalde gevallen echter mogelijk om door middel van kortdurende btw-belaste verhuur de mogelijkheid te creëren om de btw op verbouwingskosten toch in aftrek te brengen. Omdat dit volgens de overheid niet ‘in de geest’ van de huidige regelgeving is, wordt momenteel onderzocht of een aanpassing van de regelgeving noodzakelijk is.

Earningstrippingmaatregel bij vastgoedlichamen

De earningstrippingmaatregel is een generieke renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting. Wanneer sprake is van rentebaten en rentelasten, kan een aftrekbeperking spelen voor zover het saldo van deze baten en lasten meer bedraagt dan 20% van de EBITDA. Normaliter geldt hierbij een drempel, waardoor de eerste € 1 miljoen aan (gesaldeerde) rente niet door een aftrekbeperking wordt getroffen.

Om misbruik van deze drempel te voorkomen, wordt voorgesteld de drempel per 1 januari 2025 buiten toepassing te laten voor vastgoedlichamen met (aan derden) verhuurd vastgoed.

Box 3: verfijningen 2023 en uitstel nieuw stelsel

Op het vlak van box 3 staat er veel te veranderen. De Staatssecretaris had al aangekondigd dat er wetgeving in de maak is om een aantal aspecten van de huidige Overbruggingswetgeving aan te passen. Zo volgen er wetsvoorstellen om het aandeel in het vermogen van een VvE vanaf 2023 niet langer onder de categorie overige bezittingen te scharen, maar als banktegoed te behandelen. Een tegoed op de derdenrekening van een notaris (bijvoorbeeld bij de aankoop van een huis) zal eveneens als banktegoed gaan gelden. Ook worden onderlinge schulden en vorderingen tussen fiscaal partners en tussen ouder en minderjarig kind onder voorwaarden gedefiscaliseerd, zodat deze niet meer in de aangifte inkomstenbelasting hoeven worden opgenomen. Beide maatregelen kunnen leiden tot een lagere box 3-heffing.

Voor het belastingjaar 2024 is nog een aantal verdere verfijningen in de maak; naar verwachting horen we hier in de loop van dit jaar meer over. De invoering van een nieuw box 3-stelsel wordt daarnaast wederom met een jaar uitgesteld; de verwachting is nu dat het nieuwe stelsel per 2027 in zal gaan.

Overige wijzigingen inkomstenbelasting

De betalingskorting ineens bij de voorlopige aanslag inkomstenbelasting wordt afgeschaft. Daarnaast wordt gekeken naar een aanpassing van de regels over de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten, naar aanleiding van een negatieve evaluatie. Het kabinet komt voor Prinsjesdag met een reactie op deze evaluatie, en zal daarbij kijken naar mogelijke alternatieven.

Energie-investeringsaftrek

Naar aanleiding van een budgetoverschrijding in 2022 zal het aftrekpercentage van de energie-investeringsaftrek (EIA) vanaf 2024 worden verlaagd. Ook zal het plafond maximaal investeringsbedrag worden verlaagd.

Btw

Onder de huidige btw-wetgeving bestaat onduidelijkheid over de plaats van dienst in het geval van bepaalde digitale diensten, zoals bijvoorbeeld online trainingen en webinars, verricht aan niet-ondernemers. De Europese Unie schept hier duidelijkheid over, wat betreft virtueel verrichte culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve of vermakelijkheidsdiensten. Per 1 januari 2025 is btw verschuldigd in het EU-land waar de afnemer woont of is gevestigd, waarmee meer wordt aangesloten bij de btw-heffing in de lidstaat van verbruik.

Het verlaagd btw-tarief wordt de komende tijd nader onderzocht op doelmatigheid. Voorafgaand aan Prinsjesdag zal worden bekeken of versobering of zelfs afschaffing van het verlaagde tarief noodzakelijk is. Hier lijkt in het bijzonder aandacht te zijn voor sierteelt, arbeidsintensieve diensten (bijvoorbeeld kappers en schilders), cultuur (bijvoorbeeld boeken, musea en bioscopen) en logies zoals hotels en campings.

Aanpak belastingconstructies en fiscale regelingen

Het kabinet heeft een taakstelling voor de aanpak van belastingconstructies en fiscale regelingen. Voor zover deze taakstelling niet wordt gerealiseerd, is aangegeven dat het tarief van de eerste schijf van de vennootschapsbelasting zal worden verhoogd. Een eventuele aanpassing wordt later in het jaar definitief vastgesteld.

Status, voortgang en nadere uitwerking

In dit artikel hebben wij een aantal in het oog springende voorstellen uit de Voorjaarsnota 2023 besproken. Voor nu geldt dat ‘slechts’ sprake is van beleidsplannen en contouren: het is nog niet zeker of, en in welke vorm, de plannen ingevoerd zullen worden. Een aantal maatregelen wordt op korte termijn uitgewerkt, en voor sommige plannen zal pas rond Prinsjesdag meer duidelijkheid volgen. Uiteraard houden wij dit proces nauwlettend in de gaten en leest u op onze website alles over nieuwe ontwikkelingen.

Wilt u meer weten over de voornemens die in de Voorjaarsnota zijn genoemd? Uw adviseur bespreekt graag welke maatregelen gevolgen kunnen hebben voor uw fiscale positie. Zo blijft u goed op de hoogte van de ontwikkelingen.

 

Aangezien de ontwikkelingen op dit gebied elkaar snel opvolgen, raden wij u aan met uw adviseur te overleggen over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief