Transfer pricing mismatches verleden tijd
Inhoud nieuwe wet op hoofdlijnen
De basis voor de bepaling van de fiscale winst blijft het zakelijkheidsbeginsel. Voor neerwaartse aanpassingen op de fiscale winst geldt nu echter een extra voorwaarde. Een neerwaartse aanpassing van fiscale winst bij de Nederlandse belastingplichtige wordt nu alleen geaccepteerd als tegelijkertijd de fiscale winst in het buitenland wordt opgehoogd.
Let op: de Nederlandse belastingplichtige moet aannemelijk maken dat bij het buitenlandse lichaam dat er bij de transactie betrokken is een corresponderende opwaartse winstaanpassing plaatsvindt en wordt belast.
Situatievoorbeeld
We kunnen dit illustreren aan de hand van onderstaand voorbeeld.
De Nederlandse vennootschap A BV betaalt rente aan haar buitenlandse moeder M Co over een lening van EUR 1 miljoen. De afgesproken rente is 1%, dit leidt tot een rentelast van EUR 10.000. Als deze vennootschappen onafhankelijke derden waren geweest, zou een zakelijke rente overeengekomen zijn van 4%. De rentelast voor A BV zou dan EUR 40.000 bedragen. Tot 2022 kon A BV een last opnemen van EUR 40.000 in haar belastingaangifte, namelijk de zakelijke prijs. Vanaf 2022 kan dat alleen als A BV aannemelijk kan maken dat M Co de belastbare bate heeft verhoogd tot EUR 40.000. Kan A BV dat niet, dan is slechts EUR 10.000 aftrekbaar.
Neerwaartse aanpassing ten opzichte van de overeengekomen voorwaarden
De wet zegt dat er sprake is van een neerwaartse aanpassing wanneer hogere lasten of lagere baten worden verantwoord dan die zijn overeengekomen tussen gelieerde lichamen.
Dit houdt, ons inziens, in dat als er sprake is van een overeenkomst waarin zakelijke voorwaarden worden afgesproken, er geen sprake zou moeten zijn van een mismatch. Deze wet heeft dan geen impact. Dit is, ons inziens, ook het geval als in de overeenkomst wordt afgesproken dat de zakelijke prijs achteraf wordt vastgesteld (en in rekening gebracht) of een verrekening plaatsvindt ten opzichte van de gedurende het jaar in rekening gebrachte voorschotbedragen.
Overdracht van vermogensbestanddelen
De wet bevat ook een regeling die beoogt de dubbele niet-heffing te bestrijden, die zich voor kan doen bij de overdracht van een vermogensbestanddeel als gevolg van verschillende toepassingen van het zakelijkheidsbeginsel. Dit is het geval als het buitenlandse overdragende lichaam een lagere overdrachtsprijs in aanmerking neemt, terwijl het Nederlandse verkrijgende lichaam het vermogensbestanddeel tegen de hogere zakelijke overdrachtsprijs activeert. Het Nederlandse lichaam schrijft dan af over de hogere waarde. Op grond van de nieuwe regeling wordt de activering tegen de hogere zakelijke overdrachtsprijs niet in aanmerking genomen. Dit is alleen anders wanneer de belastingplichtige aannemelijk maakt dat bij het overdragende lichaam een corresponderende verhoging van de overdrachtsprijs in een winstbelasting is betrokken.
Let op: de wet heeft ook effect op vermogensbestanddelen die zijn verkregen in boekjaren die zijn aangevangen tussen 1 juli 2019 en 1 januari 2022, dus voor de invoering van de wet.
Contact
Het bovenstaande doet zich voor in internationale verhoudingen en kan al snel ingewikkeld zijn. Voor het signaleren van mismatches heeft u inzicht nodig in de belastingwetgeving en toepassing van het zakelijkheidbeginsel in het buitenland. Heeft u vragen over de gevolgen van deze wet voor uw onderneming? Of heeft u andere vragen op het vlak van Transfer Pricing? Neem contact op met onze specialisten van de Transfer Pricing Desk via [email protected].
Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.