Skip to content
Gepubliceerd op: 05 september 2019
Type publicatie Kennisartikel
Enige tijd terug heeft de Europese regelgever een aantal belangrijke hervormingen van het btw-stelsel voorgesteld. De hervormingen hebben als doel om de heffing van btw te verbeteren en te moderniseren. De kern van het voorstel bestaat uit een nieuw intracommunautair systeem voor de heffing van btw op grensoverschrijdende goederentransacties binnen de EU. Hoewel op dit punt nog geen definitief akkoord is bereikt, heeft de Europese regelgever al wel vier maatregelen aangenomen ter verbetering van het huidige systeem. Deze zogenoemde vier ‘Quick Fixes’ treden in werking vanaf 1 januari 2020. In dit artikel gaan wij in op de tweede Quick Fix, die betrekking heeft op de toerekening van vervoer bij intracommunautaire ketentransacties.

Achtergrond

Een ketentransactie bestaat uit meerdere opeenvolgende goederenleveringen (bijvoorbeeld: partij A levert goederen aan partij B, die op haar beurt de goederen doorverkoopt aan partij C). Om logistieke redenen worden de goederen vaak direct vanuit het magazijn van de eerste leverancier (partij A) vervoerd naar de laatste afnemer (partij C). In de situatie dat sprake is van een grensoverschrijdend transport tussen verschillende EU-lidstaten, kan het grensoverschrijdende vervoer van de goederen slechts aan één van de leveringen in de keten worden toegerekend. Alleen die ene levering van goederen komt namelijk in aanmerking voor de toepassing van het btw-nultarief voor intracommunautaire goederenleveringen.

In de huidige btw-regelgeving zijn geen regels opgenomen voor het toerekenen van het vervoer in dergelijke situaties. In zijn rechtspraak heeft het Europese Hof van Justitie wel enige houvast geboden, maar door het ontbreken van concrete regelgeving bestaat er voor ondernemers nog altijd veel onduidelijkheid op dit punt. Bovendien kan de verschillende aanpak van de lidstaten met betrekking tot deze ketentransacties leiden tot dubbele heffing of helemaal geen btw-heffing. 

Benieuwd naar de andere drie Quick Fixes?

Nieuwe regelgeving: Quick Fix voor vervoerstoerekening

De tweede Quick Fix voorziet in een uniforme, vereenvoudigde regeling voor de toerekening van het vervoer bij intracommunautaire ketentransacties. Vanaf 1 januari 2020 bepaalt de nieuwe regeling dat wanneer de tussenpersoon (partij B) het intracommunautaire vervoer van de goederen zelf regelt, het vervoer van de goederen moet worden toegerekend aan de eerste levering (d.w.z. de verkoop door partij A aan partij B). Het btw-nultarief voor intracommunautaire goederenleveringen dient in dat geval alleen op deze eerste levering worden toegepast. De tweede levering (d.w.z. de levering door partij B aan partij C) wordt beschouwd als een binnenlandse levering in de lidstaat van aankomst van de goederen.

De Quick Fix werkt anders uit indien partij B aan partij A haar btw-identificatienummer van de lidstaat van verzending van de goederen verstrekt. In dat geval moet het intracommunautaire vervoer worden toegerekend aan de tweede levering, namelijk de verkoop door partij B aan partij C. De eerste levering door partij A is dan een binnenlandse levering die plaatsvindt in de lidstaat van verzending.

Let op: De tweede Quick Fix is enkel van toepassing wanneer de tussenpersoon (partij B, niet zijnde de eerste leverancier in de keten) de goederen zelf vervoert, of dit voor zijn rekening laat doen door een derde (zoals een logistieke dienstverlener). Dit betekent dat de vereenvoudiging niet van toepassing is in de situatie dat partij A of de eindafnemer (partij C) het vervoer van de goederen regelt.

Hoe kunt u zich voorbereiden op deze Quick Fix?

De Quick Fix voor vervoerstoerekening biedt ondernemers de mogelijkheid om hun intracommunautaire ketentransacties zodanig vorm te geven dat de vervoerstoerekening eenvoudig kan worden vastgesteld. Dit bevordert de rechtszekerheid voor de betrokken partijen.

Wij adviseren ondernemers om de toekomstige btw-behandeling van hun intracommunautaire ketentransacties op voorhand vast te stellen. In dit verband is het raadzaam om te kijken of de Quick Fix kan leiden tot een vereenvoudigde btw-behandeling van de ketentransacties. Mogelijk kunnen huidige btw-registraties en -aangifteverplichtingen in andere lidstaten worden voorkomen.

Hoewel de Quick Fix voortvloeit uit Europese regelgeving, kunnen er op nationaal niveau verschillen ontstaan in de wijze waarop afzonderlijke EU-lidstaten de maatregel implementeren. Afhankelijk van de belangen adviseren wij dan ook om professioneel advies in te winnen. Advies nodig van een van de specialisten van VAT & Customs Advisory bij Baker Tilly? Neem dan contact op met Marisa Hut of Jayant Rakhan.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief