Quick Fix 1: De vereenvoudigde btw-behandeling van call-off stock
Om ervoor te zorgen dat goederen te allen tijde ter beschikking staan van afnemers, houden leveranciers vaak voorraden aan bij hun afnemers (‘call-off stock’). Als een leverancier voorraad vanuit zijn eigen EU-lidstaat naar een andere EU-lidstaat overbrengt, wordt hij doorgaans geconfronteerd met een btw-registratieplicht en aangifteverplichtingen in het laatstgenoemde land. Beide fictieve transacties moeten door de leverancier worden gerapporteerd (bijvoorbeeld in de lokale btw-aangiftes en Opgaaf ICP). Op het moment dat de afnemer goederen uit de voorraad haalt, verricht de leverancier in beginsel een binnenlandse levering van goederen in de lidstaat waar de goederen zich dan bevinden.
Momenteel hebben verschillende lidstaten vereenvoudigingen geïmplementeerd voor de btw-behandeling van call-off stocktransacties. Vaak komen deze regels erop neer dat de leverancier een intracommunautaire levering verricht op het moment dat de afnemer de goederen uit de voorraad haalt, waarbij laatstgenoemde een intracommunautaire verwerving verricht in de lidstaat waar de goederen uit de opslag gehaald zijn. De leverancier heeft dan geen btw-registratie en -aangifteplicht in de lidstaat van aankomst. De leverancier geeft doorgaans enkel de intracommunautaire levering aan in de lidstaat van vertrek.
Lees meer over de andere Quick Fixes:
Nieuwe regelgeving: Quick Fix voor call-off stock
De huidige vereenvoudigingsregels voor call-off stock verschillen per lidstaat. Bovendien hebben niet alle lidstaten vereenvoudigingsregels in hun nationale recht opgenomen. Dit leidt tot complexiteit en rechtsonzekerheid voor ondernemers. Om dit probleem op te lossen, heeft de EU besloten een uniforme vereenvoudigingsmaatregel in te voeren die geldt in alle EU-lidstaten.
Op basis van de nieuwe maatregel wordt de overbrenging van voorraden van de ene lidstaat naar de andere lidstaat in beginsel niet als een fictieve intracommunautaire transactie beschouwd. Op het moment dat de afnemer de goederen uit de voorraad haalt, verricht de leverancier een intracommunautaire levering van goederen in de lidstaat van waaruit de call-off stock is overgebracht. De afnemer dient een intracommunautaire verwerving van de goederen aan te geven in de lidstaat waar de call-off stock naartoe is gebracht.
Om deze nieuwe vereenvoudiging te kunnen toepassen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De belangrijkste voorwaarden betreffen de volgende:
de goederen worden door of voor rekening van de leverancier naar een andere lidstaat verzonden met de bedoeling dat de goederen in een later stadium, na aankomst, aan de afnemer worden verkocht;
de afnemer is een belastingplichtige;
de afnemer heeft op basis van een overeenkomst met de leverancier het eigendomsrecht betreffende de goederen verkregen;
de leverancier is niet gevestigd en heeft evenmin een vaste inrichting in de lidstaat van aankomst van de goederen;
de afnemer heeft een btw-identificatienummer in de lidstaat van aankomst van de goederen;
de leverancier beschikt vóór het tijdstip van verzending van de goederen over de identiteit en het btw-identificatienummer van de afnemer in de lidstaat van aankomst;
zowel de leverancier als de afnemer moet een speciaal register van deze goederen bijhouden, waarin specifieke informatie is opgenomen; en
de goederen moeten binnen 12 maanden na aankomst aan de afnemer worden verkocht.
Indien niet aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan, kan de vereenvoudiging voor call-off stock niet worden toegepast. De leverancier heeft dan een btw-registratie- en aangifteverplichting in de lidstaat waar de voorraad wordt aangehouden.
Hoe kunt u zich voorbereiden op deze Quick Fix?
De Quick Fix voor call-off stock betreft een vereenvoudiging die btw-registraties en btw-aangifteverplichtingen in andere EU-lidstaten kan voorkomen. Wij raden bedrijven met call-off stock in andere EU-lidstaten aan om hun btw-positie te heroverwegen. Indien zij in aanmerking willen komen voor de vereenvoudigingsmaatregel, dan is het van belang om vanaf 1 januari 2020 aan de gestelde voorwaarden te voldoen. Hoewel de Quick Fix de administratieve lasten en compliancekosten kan matigen, is het raadzaam om zorg te dragen voor een correcte implementatie van de vereenvoudiging (denk aan facturatie, ERP-systeeminrichting, aangifteverwerking, etc.).
Hoewel de Quick Fix voortvloeit uit Europese regelgeving, kunnen er op nationaal niveau verschillen ontstaan in de wijze waarop afzonderlijke EU-lidstaten de maatregel implementeren. Heeft u naar aanleiding van deze Quick Fix vragen? Neem in dat geval contact op met Marisa Hut of Jayant Rakhan van VAT & Customs Advisory.
Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.