Eindejaarstips voor ondernemers voor de inkomstenbelasting
Werk in 2020 minimaal 1.225 uur voor uw onderneming
Om ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek (€ 7.030 in 2020), de meewerkaftrek en de dotatie aan de oudedagsreserve te benutten, moet u in 2020 op grond van het urencriterium minimaal 1.225 uur voor uw onderneming werken. Houd daarom uw uren goed bij in uw administratie.
In verband met de coronacrisis mogen ondernemers ervan uitgaan dat zij minimaal 24 uur per week aan hun onderneming hebben besteed in de periode van 1 maart tot 1 oktober 2020, ook als dat niet werkelijk zo is geweest.
Ook baan in loondienst? Let op het urencriterium
Voor het urencriterium in de inkomstenbelasting moet u niet alleen 1.225 uur voor uw onderneming werken, maar u moet ook meer dan de helft van uw totale arbeidstijd besteden aan uw onderneming. Als u in 2020 meer tijd besteedt aan een baan in loondienst of aan overige werkzaamheden dan aan uw onderneming verliest u het recht op ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek en de dotatie aan de oudedagsreserve.
Bent u vijf jaar geleden (of recenter) als ondernemer gestart? En hebt u in die periode slechts twee keer de zelfstandigenaftrek toegepast? Dan geldt de eis met betrekking tot de beperking van andere werkzaamheden niet. U voldoet dan aan het urencriterium als u 1.225 uur voor uw onderneming heeft gewerkt.
Meewerkaftrek benutten? Stel partnervergoeding uit
Heeft uw partner in 2020 meegewerkt in uw onderneming, maar deed hij of zij dat zonder vergoeding? Dan kunt u mogelijk de meewerkaftrek nog benutten. Als uw partner minstens 525 uren en maximaal 875 uren heeft gewerkt voor uw onderneming, dan bedraagt de meewerkaftrek 1,25% van de winst. Heeft uw partner meer dan 875 uren voor uw onderneming gewerkt? Dan is de meewerkaftrek maximaal 4% van de winst. Dit is afhankelijk van het aantal gewerkte uren.
Wilt u uw partner een vergoeding geven voor de werkzaamheden voor uw onderneming? Dan kunt u overwegen in 2021 pas de vergoeding te betalen. Zo kunt u in 2020 nog de meewerkaftrek benutten. De vergoeding voor uw partner is overigens slechts bij u aftrekbaar en belast bij uw partner als deze meer bedraagt dan € 5.000.
Overweeg investeringen uit te stellen bij meerdere ondernemingen
Bij investeringen in bedrijfsmiddelen heeft u mogelijk recht op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). De hoogte van de KIA is afhankelijk van de investeringen die u jaarlijks doet. Als u meerdere ondernemingen heeft, moet u in 2020 alle investeringen bij elkaar optellen om de KIA te bepalen. De KIA bedraagt in 2020 per ondernemer maximaal € 16.307.
Vanaf 1 januari 2021 geldt de KIA per onderneming en niet langer per ondernemer. De maximale KIA kan daardoor vanaf 1 januari 2021 meerdere malen worden benut als u als ondernemer meerdere ondernemingen heeft. Mogelijk is het daarom interessant dat u investeringen uitstelt tot 2021.Verliezen ontstaan in 2011? Stel uw fiscale winst niet te veel uit
Heeft u nog onbenutte verrekenbare verliezen die u in 2011 heeft geleden? Dan is 2020 het laatste jaar waarin deze verliezen kunnen worden benut. Vanaf 2021 verdwijnen deze verliezen. Stel uw fiscale winst in dat geval niet te veel uit. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om uw oudedagsreserve niet te verhogen of een bedrijfsmiddel met een boekwinst te verkopen.
Verhuisplannen? Benut verhuisvergoeding als aftrekpost in 2020
Heeft u het vestigingsadres van uw onderneming rond 1 januari 2019 gewijzigd en verhuist u momenteel naar een plek dichterbij het adres van uw onderneming? Dan kan het aantrekkelijk zijn om de verhuizing snel af te ronden. U kunt namelijk de kosten van het overbrengen van de inboedel, vermeerderd met € 7.750 in 2020 aftrekken. Voor de aftrekpost is vereist dat in het kader van de onderneming wordt verhuisd. Hiervan is in ieder geval sprake als:
de afstand tussen uw woning en uw werk vóór de verhuizing ten minste 25 kilometer was; en
de afstand van uw woning naar de werkplek van uw onderneming binnen twee jaren na verplaatsing van de onderneming met 60% of meer is afgenomen.
Let er wel op, dat het voor de overdrachtsbelasting mogelijk aantrekkelijker is om de aankoop van een eigen woning uit te stellen tot 2021 in verband met de startersvrijstelling. Verhuist u naar een huurwoning of komt u niet in aanmerking voor de startersvrijstelling? Dan is het mogelijk voordelig voor u om dit jaar nog de verhuizing af te ronden.
Wisselende inkomsten? Vraag middeling aan!
Heeft u over voorgaande jaren wisselende inkomsten gehad? U kunt mogelijk in aanmerking komen voor middeling. Dit doet zich voor als u over drie aaneengesloten jaren méér belasting hebt betaald, dan wanneer dit inkomen gelijkmatig over die drie jaren zou zijn verdeeld. Komt dit voordeel boven de drempel van € 545 uit? Dan krijgt u het te veel betaalde belasting terug.
Als de aanslag over het laatste middelingsjaar onherroepelijk vaststaat kunt u binnen 36 maanden daarna het verzoek tot middeling indienen. U kunt in 2020 dus nog middelingsverzoeken indienen over voorgaande jaren mits de aanslag over het laatste jaar dat u in de middeling wilt betrekken op 1 januari 2018 onherroepelijk vaststond.
Met een speciale middelingsberekening kunnen wij bij wisselende inkomsten inzichtelijk maken over welke jaren de middeling het meeste voordeel biedt.
Beperk rente Belastingdienst met voorlopige aanslag
De Belastingdienst brengt rente in rekening als u belasting moet bijbetalen op uw (voorlopige) aangifte. Voor aanslagen inkomstenbelasting 2019 gaat deze belastingrente lopen als de (voorlopige) aanslag wordt opgelegd na 1 juli 2020.
Vanwege de coronacrisis werd deze rente aanvankelijk tijdelijk verlaagd naar 0,01%, maar met ingang van 1 oktober 2020 is deze weer terug op het oude niveau van 4%. U kunt deze rente beperken door zo snel mogelijk een voorlopige aanslag 2019 aan te vragen als u verwacht over 2019 bij te moeten betalen en uw aangifte nog niet ingediend is of er nog geen aanslag is opgelegd .
Extra tip!
Bent u onverhoopt niet in staat de aanslag te betalen dan kunt u een betalingsregeling aanvragen. U bent in dat geval vanwege te verlenen uitstel van betaling slechts 0,01% invorderingsrente verschuldigd. Dit is altijd voordeliger dan te wachten met een aanvraag van een voorlopige aanslag.
Let wel op: een betalingsregeling treffen vergt de nodige inspanning en wordt niet altijd gehonoreerd. Voor ondernemers geldt dat, indien de aanslag voor 31 december 2020 is opgelegd, zij kunnen meelopen met de regeling voor bijzonder uitstel van betaling in het kader van de coronacrisis. In dat geval krijgt u in het voorjaar van 2021 bericht van de Belastingdienst. De belastingschuld waarvoor u bijzonder uitstel van betaling hebt verkregen, kunt u aflossen tussen 1 juli 2021 tot 1 juli 2024.
Vragen? Neem contact met ons op!
Wilt u weten wat de Eindejaarstips specifiek voor uw situatie betekenen? Of heeft u andere vragen over de tips? Neem dan contact op met uw belastingadviseur bij Baker Tilly of bel naar een van onze vestigingen bij u in de buurt.
Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.