Skip to content
Gepubliceerd op: 14 juni 2023
Type publicatie Kennisartikel

Binnenkort wordt nieuwe Pillar 2-wetgeving geïmplementeerd. Het wetsvoorstel Wet Minimumbelasting 2024 treedt naar verwachting per 1 januari 2024 in werking en leidt tot een aantal nieuwe (informatie-)aangifteverplichtingen voor multinationaal opererende groepen en omvangrijke binnenlandse groepen. Naast de bijheffingsaangifte is elke onderneming die binnen de reikwijdte van deze wetgeving valt ook verplicht een jaarlijkse bijheffing-informatieaangifte in te dienen. In dit artikel lichten wij de verwachte formaliteiten en deadlines met betrekking tot de bijheffing-informatieaangifte toe.

Waar dient de aangifte toe?

De Pillar 2-bijheffing wordt berekend op basis van informatie van meerdere ondernemingen, vaak uit verschillende landen. Het is daarom belangrijk dat de (Nederlandse) belastinginspecteur beschikt over alle noodzakelijke informatie om de belastingpositie te kunnen controleren. De rapportage doet qua opzet denken aan de Country-by-Country rapportage die voor transfer pricingdoeleinden al verplicht kan zijn voor internationaal opererende ondernemingen.

Wat moet gerapporteerd worden?

De precieze vormgeving van de aangifte is nog niet bekend. De OESO heeft hiervoor een standaardformulier in ontwikkeling. Welke informatie in elk geval moet worden gerapporteerd, is uit het Nederlandse consultatiewetsvoorstel af te leiden. Het gaat onder andere om uitgebreide informatie met betrekking de groepsstructuur en groepsleden (in alle landen waarin zij actief zijn). Daarbij moet ook worden vermeld wat de status van de groepsentiteiten is voor de toepassing van deze wet.

Daarnaast wordt het effectieve belastingtarief in elke staat, en de bijheffing voor elke groepsentiteit gerapporteerd. Indien van toepassing is ook informatie vereist over het bedrag en de toerekening per staat van de bijheffing onder de inkomen-inclusiemaatregel (IIR) en/of de onderbelastewinstbijheffing (UTPR).

Tot slot moet ook een overzicht worden toegevoegd van de keuzes die op de voet van de relevante bepalingen in deze wet zijn gemaakt. Denk hierbij onder andere aan de keuze om een uitgesloten entiteit niet als zodanig te behandelen, of de keuze om voor het bepalen van het kwalificerend inkomen het realisatiebeginsel toe te passen.

Extra informatie bij moederentiteit in derdenland

Voor Nederlandse groepsentiteiten waarbij de uiteindelijkemoederentiteit is gevestigd in een derde staat (land dat geen deel uitmaakt van de EU) en deze staat de kwalificerende inkomen-inclusiemaatregel (IIR) toepast, dient de bijheffing-informatieaangifte aanvullende informatie te bevatten. Hiermee kan de toepassing van de IIR, de UTPR en de kwalificerende binnenlandse bijheffing (QDMTT) worden gecontroleerd. Het begrip ‘alle informatie’ in de wettekst wijst erop dat gedetailleerde gegevens vereist zijn.

Wie is aangifteplichtig voor de bijheffing-informatieaangifte?

De bijheffing-informatieaangifte wordt opgesteld voor de hele groep en is de basis voor de bijheffingsaangifte. De hoofdregel is dat iedere groepsentiteit deze aangifte indient bij de Nederlandse belastinginspecteur. Het is echter ook mogelijk om één Nederlandse groepsentiteit aan te wijzen die de aangifte namens de andere entiteiten indient.

Onder bepaalde voorwaarden kan overigens een versoepeling van de aangifteverplichting in Nederland gelden als een buitenlandse groepsentiteit een bijheffing-informatieaangifte indient bij haar lokale autoriteiten. Wanneer er een regeling tussen de bevoegde autoriteiten is die voorziet in de automatische uitwisseling van de jaarlijkse bijheffing-informatieaangiften, hoeven de Nederlandse groepsentiteiten alleen door te geven door wie en waar de aangifte is ingediend (een ‘notificatie’).

We merken op dat niet met alle landen een kwalificerende regeling voor informatie-uitwisseling geldt; in veel belastingverdragen is deze specifieke Pillar 2-aangifte niet genoemd. Het is daarom van belang om van geval tot geval te bepalen of de versoepeling van toepassing is. Onze adviseurs helpen u hier graag bij.

Indiening door buitenlandse groepsentiteit

Ook in andere landen zullen informatie-aangifteverplichtingen op basis van de Pillar 2-wetgeving gelden. De indiening van een bijheffing-informatieaangifte in Nederland zal buitenlandse groepsentiteiten meestal niet ontslaan van de verplichting om aldaar een aangifte in te dienen, of de lokale belastingautoriteiten te notificeren over welke entiteit de aangifte indient. Hoewel het de bedoeling is dat dit proces wereldwijd geüniformeerd wordt ingevoerd, is het van groot belang ook op de hoogte te zijn van lokaal geldende wetgeving. Onze specialisten kunnen u, in samenwerking met de lokale experts van ons Baker Tilly International netwerk, adviseren over alle lokale verplichtingen en de tijdige en juiste indiening van de aangifte(n) voor u coördineren.

 

Flinke boetes en strakke termijnen

De bijheffing-informatieaangifte moet binnen 15 maanden na afloop van het verslagjaar ingediend bij de inspecteur (of buitenlandse belastingdienst). Indien een andere groepsentiteit de aangifte heeft ingediend dient de inspecteur (ook) binnen 15 maanden na afloop van het verslagjaar geïnformeerd te worden. Let op: deze termijn van 15 maanden is daarmee korter dan de termijn van 17 maanden die geldt voor de bijheffingsaangifte.

Als de bijheffing-informatieaangifte als gevolg van opzet of grove schuld niet tijdig, niet volledig of niet juist wordt ingediend door de groepsentiteit of de aangewezen lokale entiteit vormt dit een vergrijp waarop een boete van € 900.000 kan staan!

 

Meer weten? Onze experts helpen u graag!

De nieuwe Pillar 2-wetgeving is een ingrijpende wijziging in de manier waarop belasting wordt geheven. Aangezien deze regelgeving naar verwachting wereldwijd wordt ingevoerd, is het zeer belangrijk om op tijd vast te stellen welke gevolgen de nieuwe regels voor uw belastingheffing, rapportage en bedrijfsmodel hebben. Onze experts staan u graag bij tijdens het in kaart brengen van de gevolgen van deze nieuwe wetgeving voor uw onderneming én uw (internationale) groep. We bespreken de hoofdregels en uitzonderingen, de gevolgen en verplichtingen, maar ook de doorwerking op uw bedrijfsvoering, administratie en rapportages. Waar gewenst schakelen wij met buitenlandse specialisten uit ons Baker Tilly International netwerk, zodat u ook een helder beeld krijgt van de lokale verplichtingen in de landen waarin uw onderneming actief is.

Of wilt u meer weten over hoe wij u kunnen begeleiden en ondersteunen bij elke stap van het proces? Onze adviseurs helpen u graag!

 

Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden u aan om met uw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief