Belastingrente en vennootschapsbelasting: kan uw bv geld terugkrijgen?
Belastingrente en vennootschapsbelasting: kan uw bv geld terugkrijgen?
Wordt uw aanslag vennootschapsbelasting langer dan 6 maanden na afloop van het belastingjaar vastgesteld, zonder dat dit te wijten is aan de Belastingdienst? Dan betaalt u belastingrente over het openstaande bedrag. Dit rentepercentage is de afgelopen jaren flink opgelopen, en bedraagt momenteel 10%. Onlangs bleek dat de rechtbank de hoge percentages in strijd achtte met het evenredigheidsbeginsel. Wat betekent dit voor ondernemingen die belastingrente betaald hebben? En wie kan er geld terugkrijgen? Onze experts leggen het uit.
Wanneer betaalt u belastingrente?
De Belastingdienst brengt belastingrente in rekening als een belastingbedrag meer dan zes maanden na afloop van het belastingjaar wordt vastgesteld.
De belastingrente wordt berekend vanaf het einde van deze zesmaandsperiode tot en met de uiterste betaaldatum van de aanslag, zes weken na de datum van dagtekening. Betaalt u de verschuldigde belasting vóór deze uiterste datum? Ook dan wordt de rente berekend tot het einde van de betaaltermijn.
Dient u uw aangifte vennootschapsbelasting (‘Vpb’) binnen zes maanden na afloop van het boekjaar in en wordt deze zonder wijziging door de Belastingdienst vastgesteld? Dan wordt er geen belastingrente in rekening gebracht. In de praktijk is deze deadline echter vaak lastig te halen. Dan kan het verstandig zijn om een (herziene) voorlopige aanslag Vpb aan te vragen, waarin u de geschatte winst rapporteert. De Belastingdienst stuurt u dan meestal binnen 6 tot 8 weken een (herziene) voorlopige aanslag.
Vraagt u uiterlijk 30 april volgend op het belastingjaar een voorlopige aanslag Vpb aan, dan wordt geen belastingrente berekend. Was de inschatting toch iets te laag? Dan betaalt u alleen belastingrente over het verschil tussen het bedrag van de voorlopige aanslag en de uiteindelijk verschuldigde belasting.
Lees hier meer over de huidige belastingrente in de vennootschapsbelasting, en hoe u belastingrente kunt voorkomen of beperken
Rechtbank: geen 8% maar 4% belastingrente
De Rechtbank Noord-Nederland boog zich recent over de belastingrente die was berekend op een aanslag Vpb uit 2022. In dat jaar was de belastingrente 8%. De methodiek van het vaststellen van de belastingrente was kort daarvoor gewijzigd: het percentage stond niet meer in de wet, maar in een besluit van de staatssecretaris. Door die wijziging mocht de rechtbank de belastingrente voor het eerst toetsen aan rechtsbeginselen, waaronder het evenredigheidsbeginsel. In de periode daarvoor was de rente op basis van dat besluit nog tijdelijk vastgesteld op 4%.
Kort gezegd oordeelde de rechter dat het percentage van 8% in strijd was met het evenredigheidsbeginsel. Het besluit van de staatssecretaris werd op dit punt onverbindend verklaard. In plaats van 8% stelde de rechter de toepasselijke belastingrente voor dat jaar vast op 4%. De Belastingdienst en de belanghebbende waren namelijk overeengekomen dat de belastingrente op 4% moest worden gesteld, als de belanghebbende gelijk kreeg. In 2022 gold ook voor andere belastingsoorten dan de Vpb een belastingrente van 4%.
Heeft u recht op een teruggaaf van belastingrente?
Of u recht heeft op een teruggaaf van belastingrente naar aanleiding van deze uitspraak, hangt af van een aantal factoren.
Is er belastingrente in rekening gebracht? Deze uitspraak heeft geen invloed op de te betalen belasting of eventuele invorderingsrente (na het te laat betalen van de belastingaanslag).
Ziet de belastingrente op een periode na 1 januari 2022? Dit kan dus ook gelden voor boekjaren ouder dan 2022. Het gaat erom dat de periode waarover belastingrente is gerekend op 1 januari 2022 of later start.
Is de aanslag minder dan 6 weken geleden opgelegd? Of is er belastingrente in rekening gebracht op een voorlopige aanslag en is vervolgens de definitieve aanslag minder dan 6 weken geleden opgelegd?
Is het antwoord op deze vragen ‘ja’, dan heeft u mogelijk recht op een teruggaaf van belastingrente. Het is dan van belang om tijdig in actie te komen: binnen zes weken na dagtekening van de definitieve aanslag moet uw bezwaar zijn ingediend.
Let op: de verwachting is dat de Belastingdienst in beroep of sprongcassatie gaat tegen deze uitspraak. Het is dus nog mogelijk dat een hogere rechtsinstantie de uitspraak van de rechter ongedaan maakt.
Bespreek met uw adviseur of bezwaar noodzakelijk is
Meent u recht te hebben op een teruggaaf van belastingrente, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw adviseur om de benodigde vervolgstappen te bespreken. Ook voor vragen over het voorkomen of beperken van belastingrente staan onze adviseurs voor u klaar.