Aanpassing Besluit over btw en toezichthouders
Kern van het besluit
De kern van het besluit blijft ongewijzigd en betreft de btw-positie van de hiervoor genoemde toezichthouders. Kort gezegd zijn deze personen geen ondernemer voor de btw indien hun (toezicht)werkzaamheden als geheel worden verricht op naam van en onder verantwoordelijkheid van het toezichthoudende orgaan dan wel van de commissie. Zij dienen dus niet zelfstandig te handelen.
Recente wijzigingen
Begin augustus heeft de staatssecretaris het besluit gewijzigd om verschillende onduidelijkheden weg te nemen. Zo keurt het nieuwe besluit goed dat een toezichthouder die tussen 13 juni 2019 tot 7 mei 2021 btw aan zijn afnemer in rekening heeft gebracht, geacht wordt zijn (toezicht)werkzaamheden als ondernemer te hebben verricht. De mogelijkheid bestaat echter wel om deze btw te corrigeren in overeenstemming met de daarvoor geldende regels. Daarnaast vermeldt het nieuwe besluit dat toezichthouders hun btw-aftrek niet hoeven te corrigeren, ook niet wanneer het gaat om btw die drukt op investeringsgoederen die als ondernemer in gebruik zijn genomen vóór 7 mei 2021.
Tot slot
Lange tijd bestond onduidelijkheid over de heffing van btw met betrekking tot vergoedingen die de in het Besluit genoemde toezichthouders en commissieleden voor hun werkzaamheden ontvingen. Hoewel de staatssecretaris die onduidelijkheid grotendeels heeft weggenomen, kan er in bepaalde situaties nog altijd discussie ontstaan met de Belastingdienst over het btw-ondernemerschap. Indien u de gevolgen van dit Besluit voor uw btw-positie wilt bespreken, neemt u dan contact met ons op.
Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.