Verlof vanwege (het krijgen van) een kind. Hoe zat het ook alweer?
De Nederlandse wet kent verschillende vormen van verlof bij het krijgen van een kind. In dit kennisartikel bespreken wij achtereenvolgens:
Zwangerschaps- en bevallingsverlof
Geboorteverlof en aanvullend geboorteverlof (vaderschapsverlof)
Ouderschapsverlof (betaald en onbetaald)
Wat zijn de verschillen tussen deze verlofvormen en wie heeft er in welke situatie recht op?
1. Zwangerschaps- en bevallingsverlof
Een zwangere werkneemster heeft in verband met haar zwangerschap recht op in totaal 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. De werkneemster kan 6 tot 4 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum zwangerschapsverlof opnemen. Na de werkelijke datum van bevalling heeft zij nog recht op 10 tot 12 weken bevallingsverlof. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling. De dag van de bevalling hoort dus nog bij het zwangerschapsverlof. Het bevallingsverlof dat overblijft vanaf zes weken na de bevallingsdatum, mag de werkneemster ook gespreid opnemen over een periode van maximaal 30 weken. De totale duur van het verlof verandert hierdoor niet.
Verlof bij meerlingen
Voor werkneemsters die in verwachting zijn van een meerling geldt een andere regeling: zij krijgen in totaal 20 weken verlof. Het verlof gaat 10 tot 8 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum in. De werkneemster heeft na de bevalling altijd recht op minimaal 10 weken bevallingsverlof. De dag waarop het jongste kind wordt geboren, geldt als de bevallingsdatum.
Te vroeg of te laat geboren kind
Als het kind te vroeg wordt geboren, dan worden de overgebleven dagen van het zwangerschapsverlof bij het bevallingsverlof opgeteld. De totale verlofperiode is op die manier altijd 16 weken, en bij meerlingen altijd 20 weken. Als het kind te laat wordt geboren, dus na de uitgerekende datum, die in Nederland maximaal twee weken kan worden uitgesteld, dan wordt de totale verlofperiode langer. Het bevallingsverlof gaat namelijk pas in op de dag na de bevalling. Het aantal dagen dat het kind na de uitgerekende bevallingsdatum geboren is, wordt opgeteld bij de totale termijn van 16 weken, of 20 weken bij een meerling. De totale periode van zwangerschapsverlof kan (dus) met maximaal twee weken toenemen.
Loon tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof
Tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft de werkneemster op grond van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) recht op een zwangerschapsuitkering. De werkgever vraagt de uitkering minimaal 7 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum aan bij het UWV. Hierbij legt de werkgever de verklaring van de arts of verloskundige over, waarin de uitgerekende bevallingsdatum staat. Doorgaans ontvangt de werkgever de uitkering van het UWV. De werkgever betaalt vervolgens het volledige loon van de zwangere werkneemster door. De zwangerschaps- en bevallingsuitkering is gelijk aan 100% van het dagloon, maar niet meer dan het maximum dagloon. Het maximum dagloon bedraagt in 2023 € 264,57. Als de werkneemster recht heeft op een hoger loon, betaalt de werkgever in principe dit verschil.
2. Geboorteverlof en aanvullend geboorteverlof (vaderschapsverlof)
Partners van moeders hebben recht op geboorteverlof en aanvullend geboorteverlof. Het gaat hierbij om:
de echtgenoot/echtgenote van de moeder
de geregistreerd partner van de moeder
degene die ongehuwd samenwoont met de moeder
degene die het kind heeft erkend
Regulier geboorteverlof
Het reguliere geboorteverlof is eenmaal de wekelijkse arbeidsduur. Het reguliere geboorteverlof moet binnen 4 weken na de geboorte van het kind worden opgenomen. Dit verlof kan aaneengesloten of gespreid worden opgenomen. De werkgever betaalt het volledige loon door tijdens het reguliere geboorteverlof. De werknemer laat de werkgever uiterlijk 4 weken voor de ingangsdatum schriftelijk weten dat hij/zij regulier geboorteverlof wil opnemen (inclusief duur en spreiding).
Aanvullend geboorteverlof
Het aanvullend geboorteverlof is vijfmaal de wekelijkse arbeidsduur. De werknemer moet het aanvullende geboorteverlof binnen 6 maanden na de geboorte van het kind opnemen. Een voorwaarde voor het aanvullend geboorteverlof is dat de werknemer eerst het reguliere geboorteverlof (van eenmaal de wekelijkse arbeidsduur) heeft opgenomen. Het loon van de werknemer wordt tijdens het geboorteverlof niet door de werkgever doorbetaald. De werknemer ontvangt tijdens het aanvullende geboorteverlof een uitkering op grond van de WAZO ter hoogte van 70% van het dagloon, met een maximum van 70% van het maximumdagloon. De werkgever vraagt de uitkering aanvullend geboorteverlof aan bij het UWV. De werkgever betaalt de uitkering vervolgens aan de werknemer. De uitkering wordt eenmalig aangevraagd voor hele werkweken. De werknemer kan het verlof vervolgens, in overleg met de werkgever, spreiden over een langere periode.
Meerling
Bij een meerling is de duur van het reguliere geboorteverlof gelijk, namelijk eenmaal de wekelijkse arbeidsduur. De WAZO-uitkering aanvullend geboorteverlof is bij de geboorte van een meerling even hoog als de uitkering bij de geboorte van één kind, namelijk 70% van het dagloon, met een maximum van 70% van het maximumdagloon. Ook de duur van het verlof is bij de geboorte van een meerling gelijk, namelijk maximaal 5 werkweken.
3. Ouderschapsverlof (betaald en onbetaald)
Iedere werknemer die in een familierechtelijke betrekking staat tot een kind dat jonger is dan 8 jaar, heeft recht op ouderschapsverlof. Het gaat hierbij om:
de wettelijke ouder
degene die het kind heeft erkend
degene die met het kind samenwoont, het verzorgt en opvoedt (bijvoorbeeld een stiefouder)
de pleegzorgouder
de adoptieouder
Betaald ouderschapsverlof
Het ouderschapsverlof is maximaal 26 keer de wekelijkse arbeidsduur voor elk kind tot 8 jaar. Sinds augustus 2022 wordt ouderschapsverlof gedeeltelijk doorbetaald. Van de 26 werkweken kunnen maximaal 9 werkweken als betaald ouderschapsverlof worden opgenomen, mits deze 9 werkweken betaald ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van het kind worden opgenomen.
Het betaald ouderschapsverlof hoeft niet in één keer te worden opgenomen, maar mag gespreid worden opgenomen in het eerste levensjaar van het kind. Voor deze 9 werkweken kan de werkgever voor de werknemer een uitkering aanvragen bij het UWV. Deze uitkering bedraagt 70% van het dagloon, tot maximaal 70% van het maximumdagloon.
De uitkering betaald ouderschapsverlof wordt achteraf aangevraagd, nadat de werknemer minimaal één keer het aantal uren van zijn werkweek verlof heeft opgenomen. Aanvragen van de uitkering kan alleen voor hele werkweken.
Onbetaald ouderschapsverlof
Niet tijdig opgenomen werkweken betaald ouderschapsverlof kunnen ouders nog wel opnemen als onbetaald ouderschapsverlof. Het reguliere ouderschapsverlof mag (gespreid) worden opgenomen tot het achtste levensjaar van het kind. Regulier ouderschapsverlof is in principe onbetaald verlof, tenzij werkgever en werknemer daarover andere afspraken hebben gemaakt of als er iets anders is bepaald in de toepasselijke cao. De werknemer laat de werkgever uiterlijk 2 maanden voor de ingangsdatum schriftelijk weten dat hij onbetaald ouderschapsverlof wil opnemen (inclusief duur en spreiding).
Meerling
Krijgt de werknemer een meerling, dan heeft de werknemer voor ieder kind recht op onbetaald ouderschapsverlof voor 26 keer de wekelijkse arbeidsduur, waarvan voor ieder kind 9 weken betaald ouderschapsverlof kan worden opgenomen.
Andere afspraken cao
In cao’s kunnen andere of aanvullende afspraken staan over zwangerschaps- en bevallingsverlof, (aanvullend) geboorteverlof en ouderschapsverlof (betaald en onbetaald). Als dat zo is, dan gelden de afspraken in de toepasselijke cao.
Zie hier in een tabel nog eens alle verlof mogelijkheden voor een compleet overzicht.
Advies en vragen
Heeft u als werkgever vragen over zwangerschaps- en bevallingsverlof, geboorteverlof of ouderschapsverlof? Of kunnen wij u helpen bij de aanvraag van een WAZO-uitkering? Neem gerust contact op met uw contactpersoon binnen Baker Tilly of een van de arbeidsrechtjuristen of HR-consultants van Baker Tilly Employment Advisory.
Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden u aan om met uw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.