Skip to content
Gepubliceerd op: 12 mei 2022
Type publicatie Kennisartikel
Bent u aanmerkelijkbelanghouder en wilt u vermogen van uw vennootschap aan uzelf uitkeren? Dat kan door middel van een dividenduitkering. Het is belangrijk dat u de vereiste formaliteiten en de fiscale gevolgen goed in de gaten hebt. In dit artikel zetten we enkele aandachtspunten bij de dividenduitkering op een rij.

Besluiten en formaliteiten

Als aanmerkelijkbelanghouder (wanneer u kortgezegd 5% of meer van de aandelen in een vennootschap heeft), kunt u besluiten om dividend uit te laten keren. U moet daarbij aan een aantal formaliteiten voldoen. De statuten van de vennootschap schrijven vaak een bestuurs- en aandeelhoudersbesluit voor. In het geval van een directeur-grootaandeelhouder (DGA) vallen de bovenstaande rollen overigens vaak samen.

Als de aandeelhoudersvergadering wil besluiten tot uitkering van dividend, moet onder andere vastgesteld worden of het eigen vermogen (na de uitkering) meer bedraagt dan de wettelijke en statutaire reserves. Het bestuur beoordeelt vervolgens of de vennootschap, na het uitkeren van het dividend, nog steeds in staat is om de opeisbare schulden te voldoen.

Als u de bovengenoemde balanstest en uitkeringstest niet (of niet juist) doorloopt en vastlegt, kan het bestuur hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld, en kan de aandeelhouder verplicht worden de dividenduitkering terug te betalen.

Dividendbelasting en aangifte

Wanneer het bestuur akkoord is met het aandeelhoudersbesluit tot uitkering, is het dividend formeel ‘beschikbaar gesteld’. Er moet binnen één maand van het beschikbaar stellen een aangifte dividendbelasting zijn ingediend. Let op: de dag van beschikbaarstelling is hier leidend, niet het (latere) moment van overmaken of verrekenen van het dividend.

De uitkerende vennootschap is over het algemeen inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting. Bij uitkeringen aan de aanmerkelijkbelanghouder dient dan 15% dividendbelasting ingehouden en afgedragen te worden. Dit moet binnen één maand na de datum van beschikbaarstelling zijn ontvangen door de Belastingdienst.

Deze formele termijnen zijn erg belangrijk. Wij raden u aan om een voorgenomen dividenduitkering op tijd met uw adviseur te bespreken.

Inkomstenbelasting en voorlopige aanslag

Keert de vennootschap waarin u een aanmerkelijk belang heeft dividend uit, dan betaalt u daarover belasting in box 2 tegen een tarief van 26,9% (tarief 2022). De ontvangen dividenduitkering(en) geeft u jaarlijks aan in de aangifte inkomstenbelasting. De eerder (door de BV) ingehouden dividendbelasting komt als voorheffing in mindering op uw inkomstenbelasting, waardoor u per saldo 11,9% ‘bijbetaalt’.

Het kan onder omstandigheden voordelig zijn om alvast een voorlopige aanslag inkomstenbelasting aan te vragen; vooral bij grote dividenduitkeringen kan dit een belastingbesparing in box 3 opleveren, en daarnaast voorkomt u dat er belastingrente verschuldigd is als uw definitieve aanslag laat wordt vastgesteld. Overleg hierover met uw adviseur.

Bijzonder aandachtspunt: corona

In het licht van de coronacrisis is het des te belangrijker dat u de balans- en uitkeringstest zorgvuldig uitvoert, om zoveel mogelijk rekening te houden met de actuele liquiditeits- en vermogenspositie.

Heeft uw vennootschap in de afgelopen periode NOW-steun ontvangen? Mogelijk dient de vennootschap deze steun terug te betalen als er dividend wordt uitgekeerd. .

Wij helpen u graag!

Bent u van plan een dividenduitkering te doen? Of heeft u vragen over de toepasselijke formaliteiten en termijnen? Onze adviseurs bespreken graag de benodigde stappen met u.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief